Valkuilen bij agrarisch vertalen: homoniemen
Vanzelfsprekend hebben we bij AgroLingua dagelijks te maken met agrarische vakterminologie. De Nederlandse taal kent nogal wat homoniemen: woorden die hetzelfde klinken en tot dezelfde woordsoort behoren, maar die verschillende betekenissen hebben. Goed inzicht en veel kennis van de agrarische sector zijn essentieel om homoniemen juist te interpreteren en te vertalen.
In de woordenboeken van Van Dale staan dikwijls wel verschillende betekenissen vermeld, maar juist de agrarische interpretatie staat er vaak (nog) niet tussen. Als vertaler dien je het woord in de ene taal juist te interpreteren en dan ook nog eens om te zetten in de juiste term in een andere taal.
Dankzij onze jarenlange ervaring in de agrarische sector hebben wij inmiddels een flinke lijst kunnen samenstellen van deze typisch agrarische termen. Deze zullen wij blijven aanvullen met nieuwe homoniemen. Neem dus regelmatig een kijkje op onze website!
A
Afzetten
Onder afzetten wordt verstaan het vlak boven de grond afzagen van bomen, met de bedoeling dat de stobben weer uitlopen. Als voorbeeld nemen we het afzetten van elzen- en wilgensingels.
Elzensingels die meer achter op het erf of in het landschap staan, worden beheerd als hakhout, dit is een vorm van beheer waarbij met tussenpozen het hout tot op kniehoogte gekapt wordt en de overblijvende stobben opnieuw uitlopen. De singel wordt eens in de 10 jaar afgezet. Een jaar na het afzetten heeft de elzensingel alweer een hoogte van 1,5 meter en na twee jaar 3 meter. Het afzetten van een singel is ook goed voor singels die erg achterstallig onderhouden zijn. De singel krijgt hierdoor zijn vitaliteit terug en wordt weer mooi dicht van vorm.
Wilgensingels worden eens in de 8-10 jaar afgezet, anders groeien de wilgen uit tot grote bomen (afhankelijk van de soort), waardoor de functie van singel verdwijnt. Een wilgensingel waar hakhoutbeheer op wordt uitgevoerd wordt ouder dan een bomenrij van wilgen.
B
Beer
Vraag iemand om een beer te omschrijven en je hoort de woorden bruin, groot en harig. De persoon omschrijft dan een familie (diersoort) binnen de orde der roofdieren. Een beer staat ook bekend als mannetje van sommige diersoorten, zoals bijvoorbeeld in de agrarische sector bij varkens. Een mannetjes varken wordt ook wel een beer genoemd.
Borg
Een gecastreerde beer heet een borg of barg. De meeste beertjes uit de professionele varkenshouderij worden gecastreerd. Dit om eventuele berenlucht in het varkensvlees te voorkomen (3% van de beren geeft vlees dat gaat stinken als het bereid wordt). Over het standaard castreren van beren is echter veel te doen. Toch worden ook hobbyberen vaak gecastreerd. Zo kunnen ze wat makkelijker gehouden worden samen met zeugen, zonder dat dit problemen oplevert met ongewenste nakomelingen.
D
Dieven
Ongewenste scheuten die groeien in de oksel van het stengelblad van een tomatenplant. Dieven nemen de voeding weg en zorgen dus voor een bredere en woekerende plant. Daarnaast zijn deze ongewenste scheuten verantwoordelijk dat er veel energie wordt verspeeld. De plant moet deze energie eigenlijk steken in de hoofdstengel en de tros.
Drenchen
Drenchen (drenken (doornat maken) of een oplossing van water met bijvoorbeeld mineralen, medicijnen of propyleenglycol via een slang in de slokdarm van de koe laat lopen of pompen. Vlak na afkalven zitten er bij te dikke koeien veel ketonen in het bloed door de vetverbranding. Door water met propyleen in de koe te brengen, zuiver je de koe en breng je het glucosegehalte op peil. Dat merken we doordat ze beter en eerder gaat eten. Dat is belangrijk, de koe moet eten, eten, eten.’)
F
Fractie
Fractie is de zeefmaat in millimeters. Let op, de fractie betreft de zeefmaat en dus niet de exacte maat, deze houden wel verband met elkaar. De zeefmaat is niet de exacte maat aangezien zaden bijvoorbeeld horizontaal en verticaal door de zeef kunnen vallen. Hoe lager het getal van de fractie des te kleiner het zaadje.
Als voorbeeld nemen we even de sortering van erwten. Erwten worden in de volgende klassen gesorteerd: -7,5 mm; 8,2 mm; 8,75 mm; 9,3 mm; 10,2 mm en afval. Deze klassen stemmen overeen met: extra fijn, zeer fijn, fijn, middelfijn en middelgrof. De fracties -7,5 mm en -8,2 mm worden samen de fractie "fijne erwten" genoemd.
G
Griep
De meeste mensen zullen griep kennen als een ziekte die door het influenzavirus wordt veroorzaakt. Dit virus infecteert de luchtwegen van het menselijk lichaam. Een mestvork, ook wel riek, greep of griep genoemd, is een landbouwwerktuig waarmee mest en andere zaken op een eenvoudige wijze kunnen worden verplaatst. Het gereedschap heeft de vorm van een vork. Een mestvork heeft meer dan twee tanden en een steel van ca. 1,5 m lang.
K
Kwartier
De uier van een koe is verdeeld in vier delen, kwartieren genoemd. Ieder kwartier heeft een eigen tepel. De kwartieren van de uier functioneren allemaal los van elkaar. Zo kan het ene kwartier bijvoorbeeld besmet zijn met een mastitisbacterie en het andere kwartier kan gewoon gezond zijn. De besmetting van het ene op het andere kwartier gaat altijd buitenom. Dat wil zeggen via het slotgat in de speen. De uier van een schaap en een gaat bestaan uit twee delen.
Korreligheid
Korreligheid – ook wel eens aangeduid met de Engelse term Crumbly fruit - is de benaming voor vruchtafwijkingen in framboos en braam, waarbij de vruchtzetting niet goed is. Bij de ontwikkeling van de vruchten blijven individuele korrels achter in ontwikkeling of komen helemaal niet tot ontwikkeling. Hierdoor ontstaan vruchten die uit 30 tot 50% minder volgroeide korrels zijn opgebouwd dan normale vruchten van hetzelfde ras. De rijping van individuele korrels kan verschillen en bij het oogsten valt de vrucht vaak uiteen in losse korrels.
Kling
De kling is het uitwendige geslachtsdeel van een vrouwelijk dier.
M
Muizenoortjes
Muizenoor (Hieracium pilosella) is een vaak zeer laag blijvend grijsachtig groen plantje. Het plantje vormt vrij lange uitlopers en de bladloze stengel mondt uit in één heldergeel bloempje. Muizenoor komt voor in vrijwel heel Europa met extra areaal in het Marokkaanse Atlasgebergte en zuidwestelijk Azië. In de Verenigde Staten is het als exoot ingeburgerd en daar zijn ze er niet zo blij mee... Daar staat hij op de zwarte lijst en wordt hij actief bestreden.
Voor een fruitteler zijn muizenoortjes de besmette (eind)knoppen van scheuten van fruitbomen.
In Chinese gerechten gebruikt men vaak een soort gedroogde Chinese champignons, dun en donkergrijs tot bruinzwart van kleur. De Chinezen noemen deze koeping tikoes, Chinees voor muizenoortjes.
Melkbeker
Melkbekers of tepelbekers zijn onderdeel van robotmelksysteem. Met behulp van laserstralen wordt precies bepaald waar de spenen zich bevinden waarna de robotarm een vacuüm zuigende melkbeker op de tepel drukt. Elke melkbeker beschikt over een eigen meter die de zuiging opheft zodra de melkstroom beneden een bepaald niveau komt. De melkbeker valt dan van de tepel en wordt direct teruggetrokken in de robotarm.
O
Onderzeeër
Men noemt poters die één of meer nieuwe knolletjes vormen, voordat de plant bovenkomt, onderzeeërs. Onderzeeërvorming komt in het algemeen meer voor naarmate fysiologisch meer versleten pootgoed onder ongunstige omstandigheden wordt gepoot; zoals diep poten in een koude en natte grond. Het pootgoed verslijt sneller als het bij een hogere temperatuur wordt bewaard. In een gewas met onderzeeërs komt meestal een deel van het pootgoed niet op, een deel komt vertraagd en een deel komt normaal op.
P
Ploffers
In de intensieve veehouderij verstaat men onder ploffers genetisch geoptimaliseerde kippen (plofkippen) die in 6 weken slachtrijp zijn; Een oorspronkelijker vleeskip doet daar drie keer zo lang over.
In de tuinbouw is ploffers een verschijnsel waarbij dahliaknollen tijdens de stekproductie natrot wegvallen. De veroorzaker is de bacterie erwinia chrysanthemi, tot voor enkele jaren geleden alleen bekend in dahlia als veroorzaker van de bacterieverwelkingsziekte. Uitgaan van ziektevrij uitgangsmateriaal is de beste manier om van de ziekte af te komen.
Sinds een geruim aantal jaren is het verschijnsel ploffers bekend bij anemone blanda. Daarbij rotten de knollen zachtrot weg wat meestal met vreselijke stank gepaard gaat. Een ogenschijnlijk gezonde knol zal bij lichte druk tussen de vingers openploffen waaraan dit verschijnsel zijn naam dankt.
R
Ronde
De periode waarin dieren op een boerderij zijn. Deze term wordt vooral gebruikt in de pluimveehouderij, omdat daar de dieren na een bepaalde periode in één keer weg gaan, waarna er, na het schoonmaken en ontsmetten van de stal, in een keer weer nieuwe dieren komen.
Run
In runmolens, ook wel schors- of eekmolens genaamd, werd gedroogde eikenschors (eek of bark) vermalen tot run. De gemalen schors ging in grote zakken naar de leerlooier, die de run toevoegde aan een vloeistof waarmee de huiden geprepareerd werden. Dit geschiedde destijds in grote houten kuipen in de openlucht. In de dertiger jaren van vorige eeuw nam de vraag naar gemalen eikenschors sterk af. Men ging chemische middelen toepassen bij de leerbereiding.
Run (of eek genaamd) bleek ook zeer geschikt te zijn voor het zogenoemde tanen van scheeps- en molenzeilen en werd aanvankelijk op grote schaal gebruikt. De zeilen kregen door deze bewerking een roodbruine kleur. De "bruine vloot" is tegenwoordig nog een begrip en herinnert ons aan deze roemrijke periode.
S
Stropdas
Appelbloemen kunnen door vorst in de bloeiperiode kapotvriezen. Vaak gebeurt het echter dat de bloemen door de vorst niet helemaal doodgaan, maar beschadigd raken. De beschadiging is te zien in de vorm van verruwing of vorststrepen op de vruchten. De vorststrepen worden in het fruitteeltvakjargon ook wel stropdassen genoemd.
Spreidzitter
Spreidzitters (splayleg) zijn biggen waar (meestal) de achterpoten gespreid staan. De biggen zijn niet wendbaar en komen slechter of niet aan biestopname toe. Deze biggen hebben zonder behandeling een kleine kans op overleven. Met een leukoplast kunnen de pootjes van spreidzitters weer onder de big worden gebracht. Meestal is de werkwijze met leukoplast na enkele dagen afdoende.
Slotgat
Slotgat is de uitmonding van het melkkanaal in de tepel bij de koe en andere zoogdieren. In het slotgat zit de kringspier die ervoor zorgt dat de melk in de uier blijft. De uier van een koe is in vier kwartieren verdeeld. Deze vier kwartieren functioneren allemaal los van elkaar. Zo kan het ene kwartier besmet zijn met een mastitisbacterie, het andere kwartier kan gewoon gezond zijn. De besmetting van het ene op het andere kwartier gaat altijd buitenom. Dat wil zeggen via het slotgat in de speen.
Steek
Een aardappelrooier heeft verschillende rooimatten. Direct achter de rooibek zit een korte rooimat waar de volledige aardappelrug op komt. Vervolgens komen de aardappelen op de eerste zeefmat. Die mat maakt een schuddende beweging waardoor de losse grond tussen de spijlen door kan vallen. De afstand van het hart van een spijl tot het hart van de volgende spijl heet de steek van de mat. De steek verschilt per teelt. Zo wordt er bij het rooien van pootaardappelen een kleinere steek gebruikt dan bij consumptie- aardappelen. Ook de grondsoort en de oogstomstandigheden bepalen de grootte van de steek. Zo valt op zwaardere grond en onder minder droge omstandigheden de grond minder snel door de spijlen. Dan is een grotere steek te gebruiken. Doordat spijlen vaak voorzien zijn van aardappelbeschermende bekleding (rubber) is de doorval kleiner dan de steek.
T
Tochtig
Koeien worden geslachtsrijp als ze zo’n 8 maanden tot een jaar oud zijn. Vanaf dat moment worden ze om de drie weken vruchtbaar ('tochtig'). De eisprong van één of enkele eitjes vindt aan het eind van deze periode (bronst of oestrus genoemd) plaats.
Tochtige koeien zijn voor mensen te herkennen aan het opzij dragen van de staart, zodat de kling goed zichtbaar is. Die is rood en gezwollen en er hangen vaak lange slierten helder, draderig slijm uit. Tochtige koeien zijn onrustig en beweeglijk, hun oren schieten heen en weer en ze plassen veel.
Het meest betrouwbare symptoom van tochtigheid is een reflex die een tochtige koe vertoont wanneer zij door een stier, ofwel door een andere koe, wordt besprongen. Als gevolg van die reflex loopt een tochtige koe niet weg als zij wordt besprongen, maar blijft zij staan. Die reflex bij koeien staat bekend als de zogenaamde stareflex (indien u gedetailleerde informatie over dit signaal van de bronst belieft, klik dan op de betreffende link). De bronst duurt niet lang; meestal minder dan een dag en soms maar enkele uren. Wie zijn koeien op het juiste moment wil laten dekken, moet dus goed opletten. Als er een stier tussen de koeien loopt, is dat gemakkelijker; de stier ziet al voor de bronst dat een koe vruchtbaar wordt. Hij loopt voortdurend achter zo’n koe aan (en omgekeerd) en likt haar kling (schede). Hoogdrachtige koeien reageren vaak op dezelfde manier op een koe die tochtig moet worden.
W
Wei
Wei is een bijproduct dat ontstaat bij de productie van kaas uit koemelk. Dit vloeibare bijproduct ontstaat door het stremmen van de melk na toevoeging van stremsel. De vaste bestanddelen, de wrongel, blijven over nadat de wei is afgetapt. De vloeistof heeft een geelgroene kleur en smaakt licht zuur.
In het verleden werd deze wei terug gestuurd naar de boeren als voer voor de varkens. Nadat men op de melkbussen op de fabriek schoon ging maken, wilden de boeren de wei niet meer terug hebben. Vanaf dat moment werd de wei een probleem voor de fabrieken.
In een aantal landen in Europa zag men al lang geleden in dat er in wei heel wat waardevolle bestanddelen zitten. Deze bedrijven begonnen wei te verwerken. Wei bevat ongeveer de helft van de melksuikers (lactose) (ten opzichte van koemelk) en daarnaast eiwitten, vitaminen en mineralen. Sinds vele Jaren zijn weiderivaten nu een waardevolle grondstof voor verschillende Industrieën.
Z
Zandkoppen
Als gevolg van Infectieuze Bronchitis (IB) kunnen er afwijkingen aan de eischaal in de vorm van ringen, vouwen, lokale ruwheid of korrels op de eischaal optreden. Doordat het virus zich op meerdere plaatsen in de eileider vermeerdert, ontstaan op die plaatsen ontstekingen. De schaalvorming kan dan niet optimaal verlopen. De korrels zitten meestal op het stompe uiteinde van de eieren en worden door de kenners ook wel zandkoppen genoemd.